De kerstwens van Keet
Keet gluurde door een kapot ruitje het restaurant in. Daar zaten ze, aan een lange tafel bij de muur, teamleider Lucas in het midden. Hij kon haar zoon zijn. Ze konden allemáál haar kinderen zijn. Keet wist heus wel dat haar collega’s haar uit beleefdheid hadden meegevraagd voor het kerstdiner. En dat ze uit beleefdheid had moeten bedanken.
Ze zag Lucas druk gebarend iets vertellen waar de rest van de tafel om lachte. Ze hadden het vast over haar. Was ik maar een vlieg op de muur, dacht ze, dan kon ik stiekem meeluisteren. Op hetzelfde moment werd ze draaierig en begonnen haar benen te trillen alsof ze flauw ging vallen. Plotseling verdween de grond onder haar voeten, Keet graaide om zich heen naar houvast. Ze tuimelde omlaag en sloeg in een reflex haar vleugels uit. Op goed geluk dwarrelde ze door het kapotte ruitje het restaurant in en landde keurig netjes op de muur, vlak boven het hoofd van Lucas.
Beduusd wreef ze in haar voorpootjes terwijl haar ogen razendsnel de ruimte scanden en alle beelden tegelijkertijd registreerden: Lucas’ kalende kruin, spinnenwebflarden aan het plafond, de versierde kerstboom bij de haard, de goudgerande borden op tafel. Het leek alsof ze de wereld door een kaleidoscoop zag.
‘Waar is Keet?’ Dat was Sterre.
‘Die zit natuurlijk thuis met een rooie kop te zweten als een otter.’ Dat was Lucas.
‘Gadverdamme. Nou, ik stuur haar gewoon een tikkie voor vanavond, hoor.’ Sterre weer.
Lucas: ‘Niet om aan te gluren, die vrouwen in de overgang. Zou reden moeten zijn voor ontslag.’
Nijdig maakte Keet zich los van de muur en begon rondjes te vliegen om Lucas’ hoofd. Hij sloeg geïrriteerd om zich heen, maar Keets kaleidoscoop-ogen ontging niets. Treiterend liep ze over zijn neus en sprong net op tijd weg zodat Lucas zichzelf in zijn gezicht sloeg. Mispoes, koekwous.
Overmoedig geworden scheerde Keet over de tafel die de meest verrukkelijke etensgeuren verspreidde. Het water liep haar in de mond. Als ik dan toch moet meebetalen, dan kan ik ook net zo goed mee-eten, vond ze. Ze landde op de schaal met gebraden vlees en slurpte van de jus. Daarna likte ze aan de appelcompote en dronk een gemorste druppel wijn.
De alcohol steeg Keet meteen naar het hoofd waardoor ze de hand van Lucas een fractie van een seconde te laat zag. Ze zette zich haastig af, maar hij raakte haar in haar vlucht. Ze viel op de vloer en rolde half onder een stoel. Meteen begon haar hoofd op te zwellen als een ballon, haar armen en benen schoten als roltongen uit haar groeiende romp. Er klonk gegil en gekletter van bestek op borden. Toen werd het stil.
Keet krabbelde overeind en wierp een vluchtige blik over haar vertrouwde lichaam. Haar collega’s staarden haar ontzet aan, iemand snikte. Lucas keek strak naar zijn bord. Hij was rood als een tomaat, er stonden zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd. Glimlachend schoof Keet een stoel aan en ging zitten.