Dansen
We spelen in de foyer van een grote schouwburg. Ons publiek bestaat uit theaterbezoekers op leeftijd die gezellig komen borrelen en napraten over de voorstelling die ze zojuist hebben gezien, dus veel meer dan muzikaal behang verwachten we niet te zijn. Desondanks hebben we onze vrolijkste en meest aanstekelijke Spaanstalige liedjes uitgekozen, en dat werkt: er wordt meegeklapt en meegezongen met bekende nummers. Een paar dames waagt zelfs een dansje.
Na afloop komt er een heer in hemelsblauw pak naar ons toe. Onze muziek bracht hem heel even terug naar Spanje, vertelt hij, waar hij en zijn vrouw avond aan avond op de dansvloer te vinden waren. Na haar overlijden, zeventien jaar, zes maanden en achtentwintig dagen geleden, verging hem de lust tot dansen.
‘Tijd heelt alle wonden, zeggen ze. Maar dat is niet waar.’ Zijn ogen worden vochtig. Dan herpakt hij zich. ‘De volgende keer dat ik jullie zie spelen, zal ik dansen. Beloofd.’