Menu

Kledingjacht

Ik vind kleren shoppen een frustrerende aangelegenheid. Er is veel te veel keus, ik pak altijd de verkeerde maat, en welke sadist is verantwoordelijk voor dat meedogenloze tl-licht in de paskamers?

Paradoxaal genoeg ben ik het ideale shopmaatje. Door mijn levenslange ervaring met allerhande winkelellende weet ik wat iemand nodig heeft die op kledingjacht is: een vrolijk ‘ik-houd-er-de-moed-wel-voor-je-in-type’ dat onvermoeibaar op zoek gaat naar dat maatje groter of die andere kleur. Dat oprecht enthousiast is én ook eerlijk en resoluut kan zeggen: nee, niet doen.

Zo winkelden Man en ik laatst in Breda, omdat we daar toevallig toch waren en Man nieuwe truien en broeken nodig had. Met de armen vol potentiële aankopen begaven we ons naar de paskamers: twee rijen hokjes tegenover elkaar met stoere gordijnen ervoor van blauwe spijkerstof met donkerbruine leren stukken, want we waren tenslotte op de mannenafdeling. Er stonden twee leren fauteuils en een tafeltje met tijdschriften voor de wachtenden. In een van de fauteuils zat een vrouw, in de andere hing een verveeld jongetje. Ze keken naar een man die een geblokt overhemd droeg en zichzelf in een grote passpiegel bekeek. Alle drie zwegen ze, waardoor het onduidelijk was of ze bij elkaar hoorden.

Man verdween met de stapel kleren achter een van de gordijnen en reikte me na een paar minuten een broek aan. ‘Kan terug.’ Ik vouwde de broek op en liep ermee de winkel in. Terwijl ik hem in het schap legde, zag ik een trui die aan Mans criteria voldeed: niet te lang, geen col, en met iets van een werkje. Ik haalde hem van de hanger en liep met mijn vondst naar de paskamers.

Met een ruk trok ik het gordijn open, ‘hier, pas deze ook maar even’, en stond oog in oog met een wildvreemde man. Ik bevroor. ‘O sorry hoor’, zei ik, ‘verkeerde hokje.’ De man, een jongen nog eigenlijk, zei niks terug. Hij keek alleen erg verstoord. ‘Sorry hoor’, zei ik nog een keer terwijl een hittegolf van plaatsvervangende schaamte mijn hoofd tot aan mijn haarwortels in brand zette. Vlug deed ik het gordijn weer dicht.

De vrouw in de fauteuil barstte in lachen uit. ‘Verkeerde hokje’, riep ze vrolijk, ‘dat is nou týpisch iets wat mij zou kunnen overkomen!’ Ik lachte een beetje schaapachtig mee en bleef net zolang met mijn rug naar het verkeerde hokje staan totdat ik zeker wist dat de jongen weg was.

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief.
Ik stuur je ongeveer eens per maand een mail.