Menu

Ergens

“U mag wel even voor”, zegt de jongeman met een stem als van een bejaarde kettingroker. Hij draagt een slobberige joggingbroek, gympen met afgesleten zolen en een rafelig bomberjack. Zijn ingevallen wangen zijn ongeschoren.

Ik schud mijn hoofd. “Ik heb alle tijd. Ik hoef nergens naartoe.”
“Ik hoef ook nergens naartoe”, zegt de man. Hij oogt inderdaad alsof hij nergens wordt verwacht.

Traag legt hij een witbrood op de boodschappenband, twee sixpacks Kordaat en een knuffelbeer die je bij elkaar kunt sparen met zegels. “Voor m’n zoontje”, zegt hij tegen het meisje achter de kassa en overhandigt haar een volgeplakte spaarkaart. “Hij woont bij m’n ex.”

Buiten kom ik de man weer tegen terwijl hij bezig is zijn boodschappentas aan het stuur van een gammele fiets te hangen. Hij stapt op en rijdt slingerend weg. Ik hoop dat er ergens iemand op hem wacht. 

 

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief.
Ik stuur je ongeveer eens per maand een mail.